In en van het bos genieten kan in elk seizoen, zelfs al ga je iedere keer naar hetzelfde bos het is toch iedere keer weer anders.
De weersomstandigheden en de lichtval zorgen er voor dat hetzelfde bos een verandering ondergaat en buiten dat zal je regelmatig ook weer iets ontdekken wat je de keren daarvoor niet hebt gezien.
Ik vind het heerlijk om er de rust op te zoeken en mijn hoofd leeg te maken natuurlijk altijd vergezeld van mijn grote vriend, de camera.
Bosfotografie = Landschapsfotografie
Onder landschapsfotografie valt ook het fotograferen van een bos.
Aan het maken van een goede landschapsfoto gaat over het algemeen een voorbereiding vooraf.
Eenmaal ter plaatste blijkt het niet zo gemakkelijk te zijn om het landschap zodanig te fotograferen dat het ook duidelijk op de foto is, aangezien dat in feite een plat beeld is. ( De Mont Blanc lijkt qua hoogte al snel op een molshoop.)
De kunst bij landschapsfotografie is het vinden van lijnen, om diepte te creëren. Daarmee breng je ook gelijk de weidsheid over, de grootte en het indrukwekkende van het landschap.
In het ene landschap vind je gemakkelijker een compositie om diepte te creëren dan in het andere.
Met een pad of een rivier in beeld lukt het vrij snel die diepte weer te geven, anders dan bijvoorbeeld een zandvlakte. Een tekort aan lijnen kan een groot probleem zijn, maar ook een teveel aan lijnen.
Zo komen we op de moeilijkheid die het fotograferen van bossen met zich meebrengt.
Een bos is chaotisch, er is veel te zien en meestal is er niet één duidelijke lijn te vinden. Een bos is één lijn al lijn. Maar welke dieptelijn moet je dan kiezen?
Het spreekwoord ‘door de bomen het bos niet meer zien’ komt hier aardig tot zijn recht. Er is zoveel te zien dat je op den duur niet meer weet waar je op moet letten.
Afgebroken takken, omgevallen bomen, bandensporen van tractoren en fietsers, noem maar op. Een bos is rommelig. Orde scheppen in deze chaos lijkt een moeilijk en onbegonnen werk. En dat is precies wat het fotograferen van bossen zo moeilijk maakt....waar moet je beginnen…?
Welke plek?
Dat is afhankelijk van wat je wil bereiken. Soms heb je zelf al voor ogen wat voor soort foto( 's) je maken wil. Dat betekent dus dat je jezelf de vraag moet gaan stellen wat voor jou belangrijk is in juist dat ene stukje bos.
Er zijn altijd wel wat ‘ingrediënten’ die je kunt gebruiken om tot een goed resultaat te komen.
Je gaat dus op zoek naar die ingrediënten, niet elk gedeelte van een bos is geschikt voor een geslaagde foto.
Ga in ieder geval op zoek naar licht, rust en lijnen.
Open plekken
Vrijwel geen enkel bos staat alleen maar vol met bomen. Er zijn altijd wel open plekken te vinden, kleine heideveldjes, een stuk gras, een klein weiland. Een mooi open plekje kan net dat beetje sfeer in een bos brengen, het kan de prettige verrassing zijn tijdens een wandeling. Des te meer reden om het vast te leggen.
Aan de rand van een bos heb je meestal ook even de ruimte. Je kunt van een afstandje kijken en het bos misschien overzien. Door de afstand is het vaak makkelijker om orde in de chaos te scheppen. Neem de tijd om vanaf een open plek het bos te overzien.
Compositie
Een goede compositie, zonder een rommelig geheel van je foto te maken is hier zeker een uitdaging.
Probeer ervoor te zorgen dat bomen elkaar niet overlappen en dat je kleine struikjes, takken en andere rommelige elementen buiten beeld houdt. Lukt dat niet? Probeer ze dan juist in te zetten als natuurlijk kader, om extra aandacht te vestigen op je hoofdonderwerp. Wandelpaadjes of een klein beekje kan je ook prima gebruiken in je compositie. Bekijk de richting waarin ze lopen en weet dat een invoerende lijn prettiger oogt dan een uitvoerende.
Vergeet niet dat ook bomen voeten hebben, natuurlijk horen die in beeld.
Heb je een mooie compositie gevonden maar zijn de omstandigheden (inmiddels) niet ideaal, dan is het handig dat je de exacte locatie onthoudt of registreert in bijvoorbeeld je telefoon ( met gps). Zo kun je dan later dezelfde compositie nog eens maken als de omstandigheden beter zijn.
Lijnen
Zonder sterke compositie verliest de kijker zijn/haar aandacht en dat is niet wat je wilt.
Een goede compositie draait vaak om het vinden van diepte waardoor de kijker het gevoel heeft ook echt in het landschap te kunnen stappen en er doorheen te lopen.
Eén van de manieren om diepte te creëren is door het zoeken van lijnen, zoals in het begin genoemd. In een bos zijn de lijnen doorgaans het duidelijkste te vinden in paden.
Naast de lijnen van de paden kun je lijnen ook vinden in de bomen zelf. Een productiebos bijvoorbeeld heeft veel rechte lijnen vanwege het gemak dat dit met zich mee brengt tijdens de aanleg van het bos en het verwerken van het hout.
Licht
De omstandigheden in het bos zijn meestal niet ideaal voor fotografie, vooral door het gebrek aan licht wat door het gebladerte wordt geblokkeerd. De lichtstralen die er wel doorkomen, zorgen daarnaast voor een gevlekte ondergrond vol schaduwen wat het geheel nog onrustiger maakt, uitzonderingen daargelaten.
Bewolkte dagen betekent diffuus licht en zorgen voor minder grote contrasten wat het maken van een compositie en het fotograferen eenvoudiger maakt. Het bos is echter op zijn mooist tijdens de gouden uurtjes, vroeg in de ochtend en aan het einde van de dag, dan komen de kleuren het meest tot leven en krijg je meer sfeer in je foto. Bovendien heb je dan, door de lage stand van de zon, meer kans op zonneharpen.
Herhaling
Een andere manier om diepte te krijgen in een foto is herhaling van objecten. Door het ene onderwerp precies schuin achter het andere te plaatsen, krijg je diepte. De verschillende elementen staan schuin voor en achter elkaar. Door je compositie zo te kiezen dat je dit in de foto terugziet suggereer je dus ook de diepte.
Less is more
Zoals vaak het geval, ligt de kracht in de eenvoud. Doordat een bos veel ( verschillende) elementen bevat kan het erg goed werken om één element te isoleren, door met een wat langer brandpunt te werken.
Het gebruik van een telelens in bossen heeft voordelen. Behalve dat je minder in beeld krijgt, verandert ook je perspectief. Je krijgt zowel minder voorgrond als minder achtergrond in beeld. En dat zorgt weer voor een rustige foto.
Het gebruik van een telelens vraagt wel om een andere manier van kijken. Je moet nu verder van je af kijken om geschikte patronen, elementen en composities te vinden en te isoleren.
Als je het niet echt ziet kan het helpen verschillende composities uit te proberen door eerst op het belangrijkste object in je compositie in te zoomen en dan weer uit te zoomen.
Het loont ook de moeite om verschillende lenzen uit te proberen.
Elk brandpunt heeft zijn eigen karakter en is bruikbaar in het bos. Experimenteer en bekijk de foto's in het groot naast elkaar op een scherm of print ze uit leg en leg ze naast elkaar om de verschillen te zien.
Lage begroeiing
Mede door de lage begroeiing onder de bomen wordt het al snel rommelig.
Zoek naar een stukje bos waar niet teveel van deze afleidende elementen zijn en waar de chaos niet al te groot is.
Met overwegend één soort krijg je op de grond ook overwegend één kleur, zoals bijvoorbeeld varens, boshyacinten, mossen en grassen.
Mist
Door de mist straalt een bos ineens rust uit, veel ongewenste obstakels zijn niet meer zichtbaar.
Langzaam vervagen de bomen naarmate ze verder weg staan wat weer een gevoel van diepte geeft.
Behalve dat, zorgt mist voor een wat mysterieuze sfeer.
Standpunt
Het bos beleef je het meest wanneer je de gebaande paadjes verlaat. Dan kom je bij de rauwere stukken waar de ondergrond veel interessanter en levendiger is. Ook qua standpunt kan je het bos op een unieke manier vastleggen. Door een beetje moeite te doen en door je knieën te gaan of zelfs op je buik te gaan liggen, krijgen alle lage elementen veel meer nadruk en lijken alle bomen en hoge struiken opeens veel groter.
Scherpte
Door de hoeveelheid aan objecten in een bos valt het niet altijd mee om te bepalen waar het scherptepunt moet liggen.
Bedenk dan welke bomen in je compositie het eerst de aandacht zullen trekken en zorg ervoor dat die scherp zijn.
Kijk niet alleen recht voor je
Het bos is niet alleen een plek voor landschapsfotografie. Zowel het bladerdak als de bosgrond zijn perfecte onderwerpen om mee te experimenteren. Wanneer je omhoog-fotografeert krijg je te maken met tegenlichtsituaties en kan je focussen op de details van de bladeren of de kronkelende takken tegen de lucht. Op de grond heb je juist een enorme hoeveelheid aan macro-onderwerpen, zoals mos, paddenstoelen en insecten.
Alle seizoenen
Gedreven door de prachtige tinten, gaan we in de herfst sneller het bos in om te fotograferen dan in de andere seizoenen, terwijl ook die zeer zeker ook de moeite waard zijn.
In het voorjaar bijvoorbeeld is de bodem vaak gevuld met kleine bloemen zoals bosanemoontjes of boshyacint, in de zomer is het een zee van verschillende tinten groen en in de winter liggen de takken ( met een beetje geluk) vol sneeuw en komen de boomstammen veel rauwer naar voren. Ook is in de winter het licht erg mooi.
Wat voorbeelden:
Herfst
Winter
Lente
Zomer
Sluitertijden
Soms zijn de omstandigheden niet zoals je had verwacht of heb je het juiste plekje niet kunnen vinden. Dan kun je, om te voorkomen dat je teleurgesteld naar huis terugkeert, altijd nog gaan 'spelen' met lange sluitertijden. Hierbij is een statief wel noodzakelijk, want een beetje resultaat zoals in de foto hieronder krijg je met een sluitertijd van minimaal één seconde.
Wil je ook met ( nog) mooiere foto's thuiskomen? Reserveer dan een workshop of cursus. Informatie vind je hier.
Je kunt ook het E-Book bestellen : "Nooit meer op de automatische stand" , waarin je stapsgewijs met je camera leert omgaan en de belichting gaat beheersen.
Gerelateerde artikelen: