Hard licht
In de zomer is het licht, zeker bij een strakblauwe lucht, hard en heel contrastrijk.
Verre van ideaal om mooie foto's te kunnen maken. De donkere of schaduwrijke delen zullen inktzwart worden en de lichte wittinten zien er uitgebeten uit, er is geen detail meer te zien. Ook vervlakken de kleuren vaak door de reflecties en vervuilde lucht.
Je kunt er natuurlijk voor kiezen om (heel) vroeg op te staan of te wachten tot de zon bijna ondergaat om gebruik te kunnen maken van het zachte licht. De 1 of 2 uurtjes na zonsopkomst en diezelfde uurtjes voor zonsondergang heten niet voor niets het gouden uur!
Is het juist een bewolkte dag dan dienen de wolken als één grote softbox, welke zorgen voor een mooie zachte lichtval en dus bij uitstek prima fotografie-weer.
De gouden uurtjes zijn in de zomer op een dag met een strakblauwe lucht bij uitstek de juiste momenten om met de camera op pad te gaan.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een keuze te maken. Je hebt rekening te houden met anderen, met je werk en zelfs tijdens de vakantie zal je niet altijd op pad kunnen gaan wanneer dat qua licht het beste uitkomt.
Gelukkig zijn er wel een paar oplossingen om toch met goede foto's thuis te komen, ook midden op de dag in hoogzomer, ondanks het harde licht.
Het oog versus camerasensor
Het verschil tussen de lichtste en de donkerste delen in een foto wordt het 'dynamisch bereik ' genoemd.
Ons oog kan, als we aan het licht zijn gewend, tijdens hard en contrastrijk licht zowel in de lichte delen als in de donkere delen de details nog goed waarnemen. De camera heeft daar veel meer moeite mee.
Ons oog kan wel een contrast overbruggen tot 14 F-stops. De camera kan er maar 7 overbruggen.
( een F-stop is een halvering of verdubbeling van het licht dat op de sensor van je camera valt, meer daarover lees je hier). Standaard is het verschil in de lichtste en de donkerste delen van een scène 10 Fstops, de camera kan er hooguit 7 overbruggen en daarvoor moeten er wat hulp ingeroepen worden.
Hulpmiddelen
Hier kun je van het histogram aflezen dat een klein punt in de foto overbelicht is door het kleine verticale witte streepje tegen de rechterkant van het kader van het histogram. Als je goed kijkt zie je dat het dak van de auto overbelicht is. Is dat belangrijk voor jou dan neem je de foto opnieuw met een kortere sluitertijd of een kleiner diafragma. Vind je het dak niet zo belangrijk dan kun je het natuurlijk zo laten.
Matrixmeting: Het glas in lood raam is overbelicht Spotmeting: Het raam is goed belicht en dat was het doel.
Dit stel zat in de volle zon midden op de dag onder een strakblauwe lucht. Door spotmeting te gebruiken worden de contrasten redelijk overbrugd en is het gezicht van de dame onder de hoed goed te zien.
Vlakke tinten in het landschap en sterke contrasten. Zeker geen topfoto door het harde licht, wel aardig als herinnering. De detailfoto hieronder doet het beter in dit licht.
Met hard licht is het meestal een betere keuze om je op macrofotografie te richten. Zorg dat je onderwerp in de schaduw staat. Neem wel iets van het harde licht in de achtergrond mee, dat geeft diepte aan je foto.
Macrofoto van een detail uit het landschap van de foto hierboven. Ik kon deze dode distel gedeeltelijk met mijn lichaam afschermen tegen de zon.
Op deurenjacht in een zonovergoten Florence. Door de smalle straatjes kan de zon niet overal komen.
Een aantal delen in de foto zijn onder-belicht, terwijl het water van het fontein en de lucht overbelicht waren. Door in RAW te fotograferen en de foto om te zetten in zwart/wit is de foto alsnog acceptabel.
De F16 - regel
Bij landschapsfoto's en/of architectuurfoto's houd je over het algemeen het diafragma klein ( groot getal). Maar op een hoog zomer dag kun je alles wel met een klein diafragma fotograferen.
Deze regel is ook wel bekend als de zonnige F16-regel en stamt uit het analoge tijdperk, in het Engels ook wel de “Basic Daylight Eposure” kortweg BDE genoemd.
Op een zonnige onbewolkte dag werkt het als volgt: Een goede belichting van een frontaal belicht onderwerp op een zonnige dag kan gemaakt worden met diafragma f/16 en een sluitertijd van 1/ISO. Dus bij een ISO waarde van ISO 100 stel je de camera in op f/16 met een sluitertijd van 1/100.
Werk je met ISO 200 dan wordt het f/16 met een sluitertijd van 1/200. Je kunt dit ook omrekenen voor andere sluitertijd-diafragma-combinaties bij een ISOwaarde van 100:
Diafragma | Sluitertijd | ISO |
f/22 | 1/50 | 100 |
f/16 | 1/100 | 100 |
f/11 | 1/200 | 100 |
f/8 | 1/400 | 100 |
f/5.6 | 1/800 | 100 |
f/4 | 1/1600 | 100 |
f/2.8 | 1/3200 | 100 |
Hartje zomer in het hart van Toscane. Harder licht kan je niet treffen.
Het reddingsmiddel hier was de "Zonnige F16 regel '
Is er weinig kleurverzadiging in je opname, dan kun je met de belichtingscompensatie 1 of 2 stops onderbelichten om de kleuren tot hun recht te laten komen.
Felle zon en wit zand. Het witte zand reflecteert het zonlicht ook nog eens. 1½ stop onder-belichting zorgde ervoor dat het zand in de foto niet overbelicht werd en doortekening hield.
Filters, flitsers en schermen
Het gebruik van een polarisatiefilter, een grijsverloopfilter en een NDfilter. Het polarisatiefilter houdt 1 of 2 stops licht tegen, je kunt één deel draaien t.o.v. het andere deel zodat het filter in de juiste hoek tot de zon zijn werk kan doen. Je kunt direct in de zoeker zien wat het filter wint aan kleurverzadiging/kleurcontrast, bovendien elimineert het reflecties. Het grijsverloopfilter heeft een donker en doorzichtig deel, het donkere deel houdt licht tegen waardoor het contrastverschil tussen de lichte delen (meestal de lucht) en de donkere delen (het landschap) wordt verminderd waardoor de camerasensor meer detail kan vastleggen. De NDfilters ( Neutral Density filters), zijn in diverse gradaties te koop. Ze kunnen 2 tot wel 12 stops licht tegenhouden en worden vaak overdag gebruikt om beweging in de foto te krijgen door lange sluitertijden die zonder dit filter niet haalbaar zijn.
Dankzij het polarisatie-filter zijn de kleuren hier verzadigd en er is nog doortekening in het witte zeil waarneembaar
Gebruik een diffuser,een reflectiescherm of invulflits om het licht tegen te houden (diffuser) of het licht juist te sturen ( reflectiescherm) en de schaduwen op te helderen (reflectiescherm of invulflits). Of, als het mogelijk is zet je model(len) in de schaduw.
Iets bewolkt.
Door het gebruik van een re-flectiescherm werden de schaduwen op de gezichtjes van de meisjes opgehelderd.
Een fotoshoot in de volle zon:
Een diffuser heb ik tussen het model en de zon geplaatst en voorkomt de harde schaduwen in het gezicht.
Fotografeer pal tegen het licht in. Hierdoor versterk je de contrasten juist. Mooi bij laagstaande zon.
Tegenlicht en deelmeting.
De spreeuw is duidelijk terwijl het tegenlicht voor de sprankeling in de achtergrond zorgt.
De foto heeft iets mystieks gekregen door de tegenlichtopname.
Spotmeting en een halve stop onderbelicht
Een opname vanaf de grond recht naar boven, naar het licht. De tulpen krijgen iets transparants.
Ik hoop dat we een prachtige zomer krijgen met veel helderblauwe luchten en als het even kan een lekker temperatuurtje, zodat je deze tips kunt gebruiken.
Fotografeer je nog op de automatische- of P-stand en wil je daarvan af?
Misschien is dan het ebook "Nooit meer op de automatische stand fotograferen" iets voor jou, waarin je stap voor stap wordt uitgelegd hoe te fotograferen in de half automatische stand en de handmatige stand.
Of volg een workshop of cursus, waarna je de camera beter hebt leren kennen en nooit meer op de automatische stand hoeft te fotograferen.
Vind je dit artikel leuk/interessant? Fijn als je het deelt!
Reactie schrijven